Een lichaam in een verkeerd beroep

Verkeerde beroepen. Van de week leek het wel alsof het een volksziekte is. Ik weet ‘t: mijn ervaring is geen representatie van de Nederlandse samenleving. Maar wat het wél is, is één van die talloze indicaties over de stand van zaken; ook jij bent er zo een. En dus is het wel degelijk mogelijk op basis van zulke n=1’en discussies te starten. Iedere mars begint immers met een eerste stap.

Van de week hoorde ik weer een verhaal dat wat mij betreft, getuigt van de zoveelste mens die in een verkeerd beroep is terecht gekomen. Dat lot treft heel veel mensen. Zelf ben ik er van overtuigd dat het gros van de ‘medewerkers’ niet bepaald gelukkig is in zijn of haar functie. Da’s niet schokkend, want een paar jaar terug werd al gevonden dat dat geldt voor zo’n 65% van hen. Moet je je voorstellen hoeveel mensen met de pest in het lijf aan het werk zijn. De afgod Laborar maakt veel slachtoffers.

De kern van dit incident is een chauffeur van de Leidse Regiotaxi die zichzelf superieur acht en dat zo ook uit. Nu zijn regionale taxi’s in het algemeen al een mislukking. Je moet erg veel tijd en geduld hebben, want op tíjd rijden kan er geeneen. De ‘bandbreedte’ die wordt aangehouden, is een half uur maar kan gerust groter zijn. In essentie is zo dat je als passagier maar moet hópen dat je ergens op tijd kunt zijn en ben je overgeleverd aan de grillen van een chauffeur. En raad eens wie vooral zijn aangewezen op die regiotaxi’s: de gezonde, goedverdienende, of de beperkte, mindervermogende? Precies.

In elk geval: je zou verwachten dat zo’n dienst wordt uitgevoerd door professionele, rustige chauffeurs. Jammer genoeg is dat niet altijd waar. Dan krijg je situaties waarin zo’n chauffeur, zo arrogant als de pest, verhit dingen zegt als dat “anderen maar vrijwilligers zijn”. Alsof het feit dat hij wordt betaald ook maar íets zegt over houding, instelling en rijgedrag. Niet dus. Sterker, wij maakten persoonlijk mee hoe een chauffeur na een rit om €10 vróeg “omdat dat z’n salaris was” (en een verpleeghuis de taxi-nota zou betalen). Niet dat-i een kwitantie kon geven. ‘Professionals’ die ver over de grens en de schreef zijn gegaan. Mensen in een verkeerd beroep.

Omdat mijn echtgenote al járen in de GGZ werkt, maak je de ontwikkelingen daar ook van nabij mee. De discussies over separeer, over bejegening, over veiligheid, over vermaatschappelijking; inclusief de praktische gevolgen en de waarschuwingen. Echt, ze waren er. Het is echt heel erg (jammer) dat veel journalisten een gebrek aan kennis tentoonspreiden en niet doorspitten, want inmiddels zijn we en masse eigenlijk veel te passief als het gaat om de gevolgen van de veranderingen in de zorg. Maar gelukkig is wegdefiniëren, waar beleidsmensen een handje van hebben, niet hetzelfde als de realiteit veranderen. De incidenten met ‘verwarde personen’ zullen toenemen. Dat voorspellen is niet bepaald hogere wiskunde.

Wat zorgwekkend is, is dat die veranderingen eigenlijk allemaal gemáákte beroepskeuzes ter discussie stellen.

In de zorg – en dan nog niet eens de GGZ – is het inmiddels zo dat mensen met een lage zorgzwaarte niet meer worden opgenomen, maar worden geacht thuis te blijven wonen. Klinkt mooi. Want er is mantelzorg – óh?! – en er is thuiszorg voor de medische zorg – hoe vaak? – en dus kan men langer thuis blijven wonen. Dat wíllen de meeste toch? De jóngere mensen die zich próberen in te beelden hoe het is oud te zijn; díe, ja, maar de oudere die níet het huis op orde kan houden volgens zijn éigen reinheidsstandaard, díe niet.

Wie wel worden opgenomen, zijn mensen met zwaardere zorgvragen.

Verander nu eens van positie. Je hebt jaren in een zorginstelling gewerkt, met plezier gezorgd voor licht-dementerenden of hulpbehoevende ouderen. Nu, van de ene op de andere dag, verandert de groep mensen waarvoor je zorgt in mensen die zware zorg nodig hebben, die specialistische kennis vereisen, die diep(er) dement zijn, die veel meer tact en geduld vereisen, die vaardigheden en kennis vereisen die jij niet zo 1-2-3 voorhanden hebt. Want ooit kóós je, niet direct voor deze groep. Veel werkers in de zorg gaan zware jaren tegemoet. Zwaar omdat zij zélf op de proef worden gesteld, omdat het maar de vraag is of zij geschíkt zijn voor dit werk, omdat het maar de vraag is of ze het volhouden.

Verkeerde beroepen. Het is alsof ‘we’ denken dat dat onder een bepaald niveau niet meer opgeld doet. Een grote stommiteit, want bijna ieder beroep vereist passie. Bijna ieder beroep, want – inderdaad – ambtenaar of beleidsmedewerker zijn is van een andere orde.