Dat doet mijn kind niet, nee.

Dat om 03.00 uur de telefoon gaat. “U hoeft zich geen zorgen te maken, maar u spreekt met de EHBO van het ziekenhuis. Uw zoon is hier binnengebracht en behandeld. Hij heeft een hoofdwond, maar kan naar huis. Kunt u hem komen halen?”. Blijkt de stommeling met teveel drank op van z’n fiets gedonderd en een stevig bloedende wond te hebben. Daar aangekomen zit-i grapjes te maken met en tegen de verpleegsters – je bént een jaar of twintig of je bent ’t niet – maar we krijgen wel het advies hem die nacht af en toe wakker te maken: “hij ís waarschijnlijk even buiten westen geweest’.

Natuurlijk maak je je eerst zorgen. Daarna ben je opgelucht. En de dag erna hoop je dat-i een stevige hoofdpijn heeft, bij wijze van straf. Dan sta je toch even raar te kijken als-i meteen de dag erna “even gaat voetballen”. Alsof er niets aan de hand is.

Kinderen. Denk niet dat je ze ooit zult kennen.

Laat ik vooral niet veel meer vertellen over de belevenissen met deze zoons. Daar zitten voor ons verrassende bij, en zeker niet allemaal hoopgevende.

Aan al die ervaringen moest ik denken toen ik door Leiden fietste en een paar studenten bezig zag hun geluidsinstallatie op straat op te stellen. Over de brug kwam een oudere man met een hondje aanwandelen, die het geheel bekeek met zo’n blik van “tja, studenten. Die dóen maar”. En da’s ook wel zo. Niet omdat het studenten zijn – misschien dééls ook wel – maar vooral omdat het jonge mensen zijn met andere normen, waarden en dagindeling. Die nog niet veel rekening houden met anderen.

Verder fietsend dacht ik aan de ouders van die jongens. Die zullen vast het beeld hebben van hun zoons als studerende studenten. En “ja, allicht” af en toe een studentenfeest. Waarbij “vast ook af en toe” veel wordt gedronken. Maar of die ouders zich hun eigen kind ook kunnen voorstellen als een overlastgever of iemand met een kwade dronk over zich?!

Zouden ouders zo eerlijk zijn dat ze die mogelijkheid ook onder ogen durven zien? Of ‘blijft je kind je kind en steun je dat door dik en dun’? Terwijl je niet weet wat ze doen als jij er niet bij bent.

Ik ben voorbeelden tegen gekomen van ouders waarvan ik echt dacht: doe je ógen open!. Een vader – nee, nee, niet ik – die hardnekkig ontkent dat “zijn zoon dat soort van dingen doet”, moet echt worden geholpen de realiteit onder ogen zien als die realiteit is: dronkenschap, belediging en geweld. Kijk, als je jezelf ervan hebt overtuigd dat jóuw zoon nooit teveel drinkt, dan kan de werkelijkheid ontnuchterend zijn.

Het schijnt dat wij, ouders, onze kinderen graag al die dingen laten doen die ons nooit zijn gelukt. Als dat waar is, dan moet het een hele ervaring zijn te ontdekken dat je kind net een mens is, een zelfstandig individu. Met een eigen leven waarin dus ook eigen geheimen en ongedeelde ervaringen zijn te vinden.

Misschien moet je je als ouder dan eens afvragen: waarom zou dat zijn? Dat je kind een eigen leven, afgeschermd van dat van jou, heeft, wíl hebben. En als je denkt directief te kunnen zijn; da’s dus eindig.

Hopelijk snapt een deel van de ouders nu ook waarom zij ook eigenlijk helemaal níets hebben te zoeken in de social media kringen van hun kinderen. Dat is een ongewenste inbreuk. Blijf op Facebook wég als ‘vriend’, ‘like’ niet, ‘favorite’ niet. Je bént geen ‘vriend’. Je bent ouder en hoe graag je dat misschien ook wilt; da’s onverenigbaar.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.