Is de rechter onmachtig?!

De vrijheid van meningsuiting is voor de poorten van de hel weggesleept, zo leek het vandaag. Het hof in Den Haag heeft uitspraak gedaan in het hoger beroep tegen BREIN over het afsluiten van The Pirate Bay. Zonder alle details: dat is het verhaal van een clubje, BREIN, dat ten strijde trekt tegen de, in hun ogen malafide, aanbieders van torrent-bestanden. Daarin bevinden zich boeken, films, muziek, van alles. En volgens BREIN mag dat niet. De strategie die zij kozen, is het blokkeren van de toegangspoorten. Providers als XS4all en Ziggo moesten de toegang tot die sites blokkeren, te beginnen met The Pirate Bay.

De eerste slag was een daalder waard. BREIN won. Dat het een Pyrrus-overwinning was, bleek daarna. De blokkade werd aan alle kanten omzeild. En vandaag oordeelde de rechter in hoger beroep dat BREINs actie niet doeltreffend is om de bedrijfsvoering van twee bedrijven daarmee te hinderen. BREIN verliest.

Het is een interessant vonnis geworden.

Vergeef me mijn niet-juridische (haar)kloverij. Dat zal vast uit maken, maar ik doe het toch maar in mijn eigen vocabulaire.

Het opvallendst is dat de rechter geen principiële uitspraak doet over vrijheid van meningsuiting. Dat was wel het belangrijkste verweer tegen de aantijgingen van BREIN. Daaraan wordt overigens niet helemaal voorbij gegaan.

De rechter is kritisch. Alhoewel het juridisch is toegestaan torrent-bestanden te downloaden, is het maar de vraag of dat ook op de keper zo is. De gebruiker, stelt de rechter, downloadt niet alleen, maar uploadt tegelijkertijd. Illegaal dus.

Ook bijzonder zijn de verbaasde opmerkingen van de rechter bij de keuze van BREIN om niet het downloaden van artwork, hoezen etcetera, mee te nemen. Was dat wel gebeurt, zo las ik het vonnis, dan was de zaak sterker geweest omdat juist dát stuk wel aan te pakken was geweest. Gemiste kans, BREIN.

De verbazing van de rechter spreekt in zijn algemeenheid uit het vonnis. Het is ook daarom niet een vonnis over de legitimiteit van downloaden, maar over de uitvoerbaarheid, over de strategische keuze.

Volgens mij is dit een sleutel-alinea.

Nu rechterlijke bevelen/verboden tegen de beheerders van TPB niet uitvoerbaar zijn gebleken, ligt het niet – althans niet zonder meer – in de rede dat eventueel tegen de beheerders van de andere ‘grootste uitwassen’-websites te verkrijgen rechterlijke uitspraken wel uitvoerbaar zouden zijn.

In 5.24 staat dit citaat. Nadat omstandig is betoogd dat onderzoek van TNO aantoont dat de blokkade van The Pirate Bay niet effectief is, stelt de rechter de vraag waarom BREIN niet meteen voor een algehele blokkade van alle (grote) torrentsites koos. Nu is gekozen voor een testcase. Die geeft aan dat een blokkade niet werkt. Dat op zijn beurt leidt tot de vraag of blokkade van meerdere sites dan wél zou werken, hebben gewerkt. Nee, stelt de rechter, dat zal waarschijnlijk niet werken. De aannames van BREIN zijn daarmee speculatief. En de basis onder hun strategie valt weg.

Maar nog interessanter vind ik zijn woordkeuze “nu rechterlijke bevelen (…) niet uitvoerbaar zijn gebleken …”. Eerlijk gezegd vind ik dat véél interessanter.

Staat hier dat de rechter zoiets als het internet buiten zijn jurisdictie ziet of plaatst? Acht hij zich onmachtig? Niet voorzien van het juiste instrumentarium?

Kijk, dát zou nog eens nieuws zijn.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.