moeders en dochters

Ik schat dat ze een jaar of achttien is. En haar moeder vijftig. Zoiets. Ze stonden voor me in de rij om geld te storten.

Dochter gebleekt haar met zwarte strengen erdoorheen. Een grijswitte ruimvallende trainingsbroek van de soort Kijk Mijn Strakke Fitnessbillen Eens. Maar dan net niet. Grote gouden oorringen, een decolleterend tshirt en een bontkraagjack maakten de outfit af.

Ook ma was iets van 1.60 meter hoog en vergelijkbaar gekleed. Een strakke witte legging met goudstiksels aan de zijkant. Godzijgeprezen was die legging ondoorzichtig, maar haar blauwe Croqs maakten dat meer dan goed. Geblondeerd en gepiekt haar, een tenger figuur en een gewatteerde knielange jas maakten het beeld af.

Zelfde soort kleding, zelfde bouw, dat moest haast wel die mannenvreemde verhouding zijn van moeders en dochters als vriendinnen. Een raadselachtig fenomeen waarin wij mannen toch enige jaloezie menen te bespeuren omdat het vaker de moeder is die zich richt op de jeugdmode dan andersom.

Hoe je je kunt vergissen.

“Ken je niet telluh, jeuh. Stomkop. D’r staat dertig euro op de rekening. Hoeveel moet er dan nog bij?”. Dat was dus de dochter tegen de moeder.

In de vijf minuten dat ze in de weer waren met het apparaat ging dat op die manier door. Over de biljetten die gekreukt het apparaat in ging en ‘dus’ werden geweigerd. “Godver.”. Over de totale hoeveelheid geld die nodig was en er in werd gelegd en weer er uit werd gehaald. “Kíjk dan effe op je telefoon hoeveel er nu op staat. D’r moest geen honderdtien maar negentig bij”. Meteen weer een graai in de machine om er een paar biljetten uit te pakken. “Godver, trut, nou weet ik het niet meer.”.

Half omgedraaid tegen de machine aanleunend en op haar telefoon kijkend, wachtte dochterlief uiteindelijk op het recuutje. “Pak die pas er nou uit!”… Nu mocht ik.

Het heeft iets vreemds: jonge mensen die zo tekeergaan tegen ouderen. Uit de manier praten en reageren kon je opmaken dat het voor hen de gewone manier van converseren was. Maar toch.

De woorden zijn bijna verdwenen, want de snotaap is tegenwoordig de gewoonste zaak van de wereld. Dat is niet de deugniet, de dondersteen of de Pietje Bell. De snotaap is het brutaaltje dat respectloosheid tot standaardreactie heeft gemaakt. Snotapen willen nogal eens uitgroeien tot kleine gezins-terroristen; van die krengen die hun zin doordrijven bij ouders die daar geen echt antwoord op hebben.

Soms denk ik dat de generaties na de mijne steeds verder zijn weggedreven van het idee dat samenleven en opvoeden balanceer-acts zijn. Er ís geen absolute waarheid of oplossing. Het is de omgeving, de situatie, de context die bepaalt wat een betere keuze is dan een andere. Nóóit straffen, áltijd belonen, áltijd praten; het bestaat niet in die absolute vormen. De uitersten zijn zelfs slecht; zoals alles wat té is, slecht is.

Op weg naar huis werd ik bijna omver gefietst door twee jongetjes die door de winkelstraat fietsten. Zij zeiden niets. Ik ook niet. Eigenlijk fout. Maar ik fietste vroeger ook zo over de stoepen.

6 gedachten over “moeders en dochters

    • Heb je helemaal gelijk in. Maar je hoeft niet roomser te zijn dan de paus om iemand op z’n gedrag te wijzen. Iedereen maakt weleens ‘fouten en foutjes’. Het gaat er om dat we niet meer reageren. Is net zo onzinnig als geen kritiek mogen hebben als je geen andere oplossing hebt! Je hebt kritiek op díe oplossing en zegt daarmee niets over het probleem.

      Verstuurd vanaf mijn iPad

      Like

      • Nee, nee, nee, niet roomser dan de paus! Ik denk dat veel mensen, inclusief mijzelf, niet goed weten hoe je kan reageren in sommige situaties. Moet je nu wel of niet ergens iets van zeggen? En ik denk ook dat ik soms vergeet dat juist de makkelijkste stap die je hierin kan zetten is hoe je jezelf gedraagt.

        Like

  1. Dochters die kutwijf tegen hun moeder zeggen. Mannen die kankerhoer in hun mobiel schreeuwen tegen hun vriendin. Die zijn raarrrrrrr. Hoop maar dat het wel los zal lopen met ‘de maatschappij dat ben jij’… dat zal met die fietsende jongetjes wel lukken, toch Jan?

    Like

    • De ellende met glijdende schalen is dat je al rap moet beginnen met remmen, want als er eenmaal snelheid wordt gemaakt op die glijhelling is het snel moeilijk te stoppen. Die jongetjes zijn nú geen enorm probleem, maar als ze nooit iets te horen krijgen…. wat is dan de volgende stap?

      Mooi voorbeeld: parkeren. Dat neemt in steden idiote vormen aan. Ondermeer omdat iedereen wel kan accepteren dat er incidenteel fout wordt geparkeerd. En nu is het de gewoonste zaak van de wereld alarmlichten aan te doen en niet eens meer even ‘gewoon’ te parkeren, is de lege invalidenplek ‘zonde om niet te gebruiken’ voor gezonde automobilisten en is de stoep ook hard genoeg om op te parkeren.

      Die glijbaan, die is belangrijk.

      Verstuurd vanaf mijn iPad

      Like

      • Je medeverantwoordelijk voelen voor het gedrag van anderen, en mensen daarop aanspreken. Het lijkt of we dat ook moeten blijven oefenen. Als je té lang wacht met mensen verzoeken niet te praten in de stiltecoupé, troep op te ruimen, rekening te houden met anderen…. dan komt het er onaardiger uit dan je bedoelde, als een commando in plaats van een verzoek.

        Like

Geef een reactie op Jan van der Sluis, Leiden Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.